

Het Vredespaleis, Tempel van Vrede en Recht |
Het Vredespaleis in Den Haag huisvest het Internationaal Gerechtshof en het Permanent Hof van Arbitrage, maar eveneens de Bibliotheek van het Vredespaleis en de Haagse Academie voor Internationaal Recht. Het Paleis, het omliggende terrein evenals de Bibliotheek worden beheerd door de Carnegie-Stichting. Deze stichting is genoemd naar de Schots-Amerikaanse filantroop Andrew Carnegie die in 1903 een bedrag van 1,5 miljoen dollar aan de Nederlandse Staat schonk voor de bouw van een ‘Vredestempel’. Voor de bouw van het Vredespaleis werd een internationale architectuurprijsvraag uitgeschreven. Uiteindelijk won de Fransman Louis Cordonnier met een eclectisch ontwerp waar men de neo-gothiek en de neo-renaissance stijl in gecombineerd ziet. In 1913 werd het Vredespaleis officieel geopend in aanwezigheid van Koningin Wilhelmina, Andrew Carnegie en vele andere notabelen. De geschenken die het Vredespaleis ontvangen heeft van zo vele landen maakt het interieur van het paleis ook een gebouw met een bijzondere, verassende maar ook internationale uitstraling. Tijdens de Tweede Vredesconferentie in Den Haag in 1907 werd een oproep gedaan om het Paleis in te richten met giften van de landen die mee deden aan de conferentie als symbool van het wereldwijd streven naar vrede. Uit Brazilië en Nederlands Indië werden bijvoorbeeld de mooiste houtsoorten aangevoerd voor de lambriseringen en uit Italie kwam een grote lading Arabescato marmer voor de aankleding van de grote hal. Naast grondstoffen ontving het Vredespaleis tal van bijzondere en vaak ook kostbare geschenken uit verschillende landen zoals de enorme jaspis vaas met de vergulde twee-koppige adelaar van de Romanovs uit Rusland, het enorme entreehek werd geschonken door Duitsland, Majolica vazen kwamen uit Hongarije, een fontein van Denemarken, een groot standbeeld van Christus uit Argentinië, cloisonné vazen uit China en zijden wandbekleding uit Japan. De verschillende instellingen die het Vredespaleis herbergt komen samen in de indrukwekkende vertrekken en zalen van het paleis, zoals in de Grote Rechtzaal met haar bijzondere gebrandschilderde ramen, in de Kleine Rechtzaal met haar anti-chambre bekleed met grès tegelwerk van de Porceleyne Fles en in de Japanse Zaal met haar zeldzame Japanse wandbekleding getiteld Honderd bloemen en honderd vogels aan het einde van de lente en het begin van de zomer. De Bolzaal gelegen op de eerste verdieping van het paleis is in 17e eeuwse stijl opgetrokken. Deze zaal is genoemd naar de schilderijen die zich hier bevinden, drie grote doeken van de schilder Ferdinand Bol. Deze schilderijen zijn in langdurig bruikleen van het Rijksmuseum en zijn onlangs gerestaureerd. In de Bolzaal bevinden zich ook de drie imposante plafondstukken van Gerard de Lairesse die in 1903 door de Carnegie-Stichting aangekocht zijn op een veiling in Amsterdam. Op deze veiling werd het ensemble aangeprezen als; Le Triomph de la Paix en paste volgens het Bestuur van de Carnegie-Stichting met dit thema prachtig in het Vredespaleis. De schilderijen bevinden zich nu bijna honderd jaar in de Bolzaal waar het Permanent Hof van Arbitrage regelmatig vergadert. De zaal is, rekening houdend met de monumentale schilderijen uit de Gouden Eeuw, in 1912-1913 opgetrokken in zeventiende eeuwse stijl met geelkoperen kroonluchters, glas-in lood-ramen ontworpen door Herman Rosse (1887-1965) en bijpassende houten lambriseringen vervaardigd door het timmermans atelier van het Vredespaleis onder leiding van Willem Retera (1880-1955). Jacobine Wieringa |